Ik heb geen bezwaar tegen hard, veel of lang werken. Vrijwillig dan. De uien dachten daar duidelijk anders over. Tranen met tuiten. In de keuken. Plots begonnen ze te rotten. Altijd rond eind augustus/begin september moet ik uitkijken voor rot bij de
uien, die achter onder het afdak hangen; m.n. door de hogere luchtvochtigheid ’s nachts. De zon scheen overdag minder fel, te ‘’traag’’ voor luchtdroging. Droogmachine dus. Dagenlang kilo’s uien geschild, gesnipseld en drogen
maar. Dag erop vermalen tot poeder, nog even bijdrogen en vacumeren. Geeft heerlijk, licht zoetig en naar ‘’geroosterde’’ ui smakend prachtig lichtroze poeder. Zalig. We drogen door, ook bij 38 graden. Komt Joost nog met een emmer tomaten
aan. En gniffelt zachtjes ‘’boontjes en wortels zijn er ook’’. Die lieverd.
Oh ja, paar dagen geleden werd ik gruwelijk ingemaakt door Joost; wel 12 doelpunten meer had hij bij het waterballen! Ik dacht, dat komt
nooit meer goed, ik ga het nooit meer winnen. Nou, de volgende dag won ik. Met 50 – 29! Inmiddels is het 1900 uur. Inmaaktijd. Nu even niet van uien, fruit of wat dies meer zij. Maar wie ‘’maakt’’ wie in? YEP: 50 – 36…Gelukkig
is het tij inmiddels gekeerd, ik verloor weer eens 55-60. Pfff…
’s Avonds is het katten-show; tot laat zitten we buiten, en een tv is er niks bij. Een drukte van belang: Onze katten lopen heen-en-weer, smullen wat, drankje
erbij, inspectie van veld, dak en omgeving. Dan komt Blacky aan de dis. Buiten eten de vleermuizen zich hun buikje vliegensvlug kogelrond met insecten die voor de lamp vliegen. Voor-hoof- en nagerecht. Vliegt zo de bek in. Even later blijkt Snuitje van de
overkant langs te komen. Mini alert, maar kijkt. Plots een gemiauw. Er moet nog een kat in de struiken zitten, waar Snuitje het mee aan de stok krijgt. Als een duveltje-uit-een-doosje komt Zwartje om de hoek. Als grote redder (held op pootjes)…maar
gaat kort daarop gewoon liggen. Lost zich vanzelf op, denkt hij. Maxi komt even langs, aanschouwt zich het hele spel en tuft weer af. Naar de schuur. Haar geliefde slaapplek is de stoel van de tractor. Ongestoord, zacht en donker is het daar. Tot Joost in
de vroege ochtend komt, om voer voor de kippen te halen. Dan loopt ze uit de schuur. Ietwat beledigd dat ze uit haar schoonheidsslaap is verstoord.
De vorig weekend gezaaide boontjes groeien razendsnel. Erwtjes komen sloom. Nieuwe
slaplanten gehaald (20 van elk: ijsberg, batavia en lechuga romana, ja, ja, die Chikkies vreten wat weg – en wij ook…En 15 broccoli en 15 boemkool, nog 5 sellerie, en 5 artisjokwortels. Bijplanten die handel. De piepers (onze eigen) gaan hopelijk
snel opkomen. Vandaag halen we nog 10 kg bio-aardappels, weer 2 rijen. Dan nog radijs, tuinbonen en biet zaaien. En teentjes knoflook poten; voor ajos tiernos: de Spanjaarden gebruiken de stengel/loof dan zoals wij bosui of lenteui zouden gebruiken, niet dus
om knoflookbolletjes te telen. Dat doen ze pas in het voorjaar. Nou, ik stik van de knoflook, dus een paar teentjes kan ik hiervoor wel missen.
De plantenbak kreeg een make over. Nou ja, van binnen dan. Want de groene struikjes bleken het na
een 3-tal jaar niet meer leuk te vinden in de bak. Dus eruit, nieuwe aarde erin, en plantjes gehaald. 15 lavendel en 3 grappige bloeiers (2 licht paars, 1 wit, kleurt mooi bij de lavendel). Ziet dat er ook weer netjes uit. En ruikt vooral ook heerlijk, want
ook zonder bloem geeft de lavendelplant een intense geur af. Joost repareerde de parasol en haalde daarnaast de resterende mais van de kolven. Want mijn handen blijken hiervoor te ‘’gevoelig’’; na een emmer ‘’draaiend’’
de mais van de kolf eraf te halen – met handschoenen – heb ik gelijk blaren. Verschil is er.